ING-baas Michel Tilmant benadrukte het in een toelichting op de
kapitaalinjectie: "We hebben niet met andere partijen gesproken, de
overheid was eerste keus. We hadden snel veel geld nodig, de overheid kon
ons dat geven. Maar de overheid was zeker niet de enige mogelijkheid, andere
partijen hebben interesse getoond." Concrete voorbeelden wilde de
topman niet geven.

Volgens analist Kees de Kort is het simpel: "Op dit moment stapt
er geen enkele particuliere partij in banken. De overheid heeft laten zien
dat ze tot nationalisatie bereid is."

De Kort noemt de kapitaalinjectie voor ING "het koopje van het jaar".
"Al zou een particulier er geld in willen stoppen, dan zou het nooit
voor de voorwaarden zijn gegaan die ING nu heeft gekregen. Kijk bijvoorbeeld
maar naar de voorwaarden waaronder Warren Buffett geld in Goldman Sachs stak."

De superbelegger kocht eind september voor vijf miljard dollar aan
preferente aandelen van de noodlijdende zakenbank, daarop krijgt Buffett een
gegarandeerd dividend van 10 procent. Daarbovenop kreeg hij warrants waarmee
hij de komende vijf jaar op elk moment aandelen kan kopen voor 115 dollar
per stuk.

Ook een bedrijf dat met het geld op de proppen komt, zoals de Japanse bank
Mitsubishi UFJ die Morgan Stanley te hulp schoot, is volgens hoogleraar
monetaire economie Elmer Sterken geen ideale oplossing. "Het is
makkelijker praten met de overheid dan met een buitenlandse marktpartij. Met
de Nederlandse partij blijft de controle binnen ons land. Stel dat een
andere partij een belang koopt, dan kan die altijd besluiten het te verkopen
op het moment dat het geen goede investering blijkt. Dan wordt het bedrijf
echt om zeep geholpen."

Hans Degryse, hoogleraar financiële markten in Tilburg, noemt ook de
geloofwaardigheid van de overheid als factor die meespeelt: "Als bank
kom je naar andere partijen sterker over met de overheid als belanghebbende.
De overheid geldt op dit moment als een goede partij."

Toch kleven ook risico's aan de invloed van de staat. Het is immers nog
niet duidelijk hoe de overheid de macht die het krijgt in ING, twee
commissarissen en een veto over grote beslissingen, gaat gebruiken.

"Het zou zomaar kunnen dat de overheid de kredietverlening in een
bepaalde richting gaat sturen, bijvoorbeeld het stimuleren van de
Nederlandse economie", aldus Degryse. "Dan komt het doel van de
bank, namelijk winstmaximalisering, in de knel met de nationale belangen van
de overheid. Als er een andere marktpartij in had gezeten, was de kans
groter dat de doelen dichter bij elkaar zouden zitten."

Maar ook het feit dat de overheid tevens eigenaar is van de concurrent,
namelijk de combinatie Fortis/ABN Amro, baart zorgen. De vraag rijst of de
overheid zal kiezen voor superconcurrerende oplossingen. "Op de korte
termijn is de markt gebaat bij stabiliteit, maar op de middellange termijn
is concurrentie beter. Minder stabiliteit, meer efficiëntie",
aldus Sterken.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl